Overeenkomst aangaande opzeggingstermijn voor ontslag
De wet op de arbeidsovereenkomsten stelt dat bij hogere bedienden de door de werkgever of de door de werknemer in acht te nemen opzeggingstermijn vastgesteld wordt in onderling overleg ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven.
Advertentie4
Publicaties
vanderputte_gr Luc Vanderputte
Overeenkomst aangaande opzeggingstermijn voor ontslag
De wet op de arbeidsovereenkomsten stelt dat bij hogere bedienden de door de werkgever of de door de werknemer in acht te nemen opzeggingstermijn vastgesteld wordt in onderling overleg ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven.
In de praktijk betekent dit dat de opzeggingstermijn niet kan worden vastgelegd in onderling akkoord alvorens de arbeidsovereenkomst door de werkgever of door de werknemer wordt opgezegd.
De rechtspraak was tot nog toe unaniem dat deze bepaling zowel voor de werkgever als voor de werknemer dwingend was, wat concreet met zich meebracht dat alle partijen bij de arbeidsovereenkomst zich konden beroepen op de nietigheid van een akkoord aangaande de duur van de opzeggingstermijn dat voor de opzegging werd opgesteld.
In een recent arrest van 7 april 2008 heeft het Hof van Cassatie echter geoordeeld dat deze regel enkel de werknemer beschermt en dat die bijgevolg alleen in zijn voordeel dwingend is.
Dit betekent dat de werkgever die met een dergelijke clausule wordt geconfronteerd, zich niet meer kan beroepen op de nietigheid van die clausule zoals dit vroeger het geval was.
Enkel de werknemer kan, indien hij dat wenst, een dergelijke nietigheid inroepen en dus de toepassing van de overeenkomst die werd gesloten, weigeren.
Een werkgever kan dus een dergelijke overeenkomst met een volgens hem te lange opzeggingstermijn niet betwisten, terwijl een werknemer een akkoord met een volgens hem te korte opzeggingstermijn wel nietig kan laten verklaren.
Het nieuwe standpunt van het Hof van Cassatie laat toe te overwegen om een akkoord aangaande de opzeggingstermijn te sluiten bij de ondertekening van de arbeidsovereenkomst of tijdens de uitvoering ervan.
Deze kentering in de rechtspraak opent alleszins voor beide partijen bij de arbeidsovereenkomst de deur naar nieuwe onderhandelingsmogelijkheden.
Hierbij moet volledigheidshalve worden benadrukt dat de gewone regels van opzegging en het ontslag om dringende redenen, die vroeger reeds werden toegelicht, ongewijzigd van kracht blijven.