Zowel tijdens als na het huwelijk is de gezinswoning van groot belang. Het is de thuis van alle gezinsleden. Daarom heeft de wetgever de bescherming van de gezinswoning ingevoerd. Eén echtgenoot kan niet zonder de instemming van de andere belangrijke beslissingen nemen zoals het verkopen of het verhuren van de gezinswoning. Ook éénzijdig de gezinswoning inbrengen in een vennootschap is uitgesloten.
Wat indien echtgenoten samen beslissen om de gezinswoning in te brengen in een vennootschap, vb. om fiscale redenen? Is er dan nog sprake van bescherming?
Lot van de woning na inbreng?
Door de gezinswoning in te brengen behoort deze tot het vermogen van de vennootschap: elke bescherming van het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht gaat bijgevolg verloren. Echtgenoten hebben na de inbreng dus niet langer de zeggenschap over de gezinswoning. Enkel de vennootschap beslist over het lot van de gezinswoning.
De inbreng van de gezinswoning in een vennootschap houdt dus belangrijke risico’s in. Mr. Marongiu raadt aan om ervoor te zorgen dat de gezinswoning beschermd blijft na de inbreng in een vennootschap.
Hoe de gezinswoning na inbreng beschermen?
Echtgenoten kunnen de bescherming van de gezinswoning veilig stellen door bij de inbreng te stipuleren dat het vruchtgebruik over de gezinswoning aan hen toekomt. De vennootschap is dan enkel op papier de naakte eigenaar. Een alternatief is te bepalen dat de echtgenoten het recht op bewoning behouden. Zonder vruchtgebruik of recht op bewoning zijn de echtgenoten volledig afhankelijk van de wil van de vennootschap of zij er mogen blijven wonen.
Bescherming vanuit het vennootschapsrecht
Zonder vruchtgebruik of recht op bewoning kunnen echtgenoten die bestuurder en/of aandeelhouder zijn alleszins nog rechten putten uit het vennootschapsrecht.
Bestuurders hebben immers binnen de vennootschap zeggenschap over de goederen van de vennootschap. Echtgenoot-bestuurders hebben hierdoor (mede)zeggenschap over wat er met de gezinswoning gebeurt. Wanneer de vennootschap bv. de woning wenst te verkopen, kunnen zij zich hiertegen verzetten.
Echtgenoten die enkel aandeelhouder zijn (en geen bestuurder) kunnen de woonst beschermen door een clausule op te nemen in de statuten. Hierin laten zij bepalen dat over de zakelijke rechten van de woning enkel beslist kan worden door de algemene vergadering. Op die manier behouden toch nog zeggenschap.
Zonder bestuurdersstatuut of deze clausule, zal in geval van conflict vaak enkel een gerechtelijke procedure (gerechtelijke bewindvoering) een oplossing bieden.
Wanneer slechts één echtgenoot bestuurder/aandeelhouder is, kan enkel die echtgenoot de ingebrachte gezinswoning beschermen. Hierdoor kan de andere echtgenoot buiten spel worden gezet.