Failliete aannemer voor uw bouw : wat nu ?
Indien uw aannemer failliet wordt verklaard vooraleer de bouwwerken zijn afgerond, wordt u als bouwheer geconfronteerd met verschillende problemen.
- Het faillissement beëindigt de aannemingsovereenkomst niet.
Enkel indien de overeenkomst een clausule bevat die uitdrukkelijk stelt dat de overeenkomst in geval van faillissement automatisch wordt ontbonden lastens de aannemer komt de overeenkomst tot zijn einde en kunt u zonder problemen op zoek gaan naar een nieuwe aannemer om de werken verder te zetten.
Indien de overeenkomst geen dergelijke clausule bevat, dient de curator van het faillissement overeenkomstig artikel 46 van de faillissementswet te beslissen of hij de overeenkomst al of niet zelf zal verder zetten. Indien er niet snel een beslissing wordt genomen, kunt u de curator hiertoe in gebreke stellen: wordt er dan binnen de 15 dagen niet beslist, wordt er verondersteld dat er geen verderzetting zal plaats vinden en kunt u als bouwheer eveneens een nieuwe aannemer inschakelen.
In de praktijk gebeurt het overigens zelden dat de curator de werken verder zal laten uitvoeren vermits dit een groot risico inhoudt: enkel indien er hierdoor extra inkomsten kunnen worden bekomen zal hiertoe beslist worden.
Meestal zal de curator dus opteren om alleen het actief te vereffenen, d.w.z.: hetgeen het failliete bedrijf in eigendom heeft, verkopen om de schudeisers (u eventueel, bijv. als u al teveel betaald hebt, of als u schade kunt aantonen) te betalen. Regelmatig zal er geen, of (te) weinig actief aanwezig zijn… In ieder geval: als de curator beslist om de bouw niet verder af te werken, wordt de overeenkomst tussen u als bouwheer en de aannemer ontbonden.
In dat geval laat u best tezamen met de curator en de architect een staat opmaken van de werken die er tot aan het faillissement reeds werden uitgevoerd zodat er later geen discussie meer bestaat over wie (failliete of nieuwe aannemer) wat precies heeft uitgevoerd. - Zoals gezegd : als u al teveel betaald hebt, kunt u als bouwheer een aangifte van schuldvordering indienen in het faillissement.
Deze aangifte moet gebeuren bij de griffie van de rechtbank van koophandel die het faillissement uitsprak, en dit binnen een bepaalde termijn, vastgelegd in het vonnis.
Gewoonlijk is dit vier weken na de datum waarop dit vonnis van faillietverklaring werd uitgesproken. De hoeveelheid geld die er voorhanden is (na voornoemde vereffening van het actief) alsook uw eventueel “voorrecht”, bepalen of u al dan niet uw geld (of een deel ervan) zal kunnen recupereren: vaak zal er enkel geld ter beschikking zijn voor de zgn. “bevoorrechte” schuldeisers, zoals de fiscus, het personeel van de aannemer, een hypothecaire schuldeiser e.d.. Als bouwheer beschikt u niet over zulke “voorrang “.
Daarentegen, indien u nog geld verschuldigd bent aan de aannemer, zal de curator dit bedrag van u kunnen opeisen: enkel wanneer u kunt aantonen dat de uitgevoerde werken gebrekkig zijn, zult u dit kunnen verhinderen. Het compenseren van de ene schuld (de uwe aan de aannemer/curator) tegen de andere (van de aannemer opzichtens u, als u dus bijv. teveel betaald hebt) is helaas voor u als bouwheer ook niet vanzelfsprekend, en m.n. verbonden aan strenge voorwaarden.
Het spreekt voor zich dat u in geval van faillissement van uw aannemer in geen enkele hypothese nog een betaling rechtstreeks aan hem moet doen: als er nog moet betaald worden kan dit alleen maar rechtsgeldig aan de curator.
Let op: als u toch aan de aannemer betaalt na het vonnis van faillissement riskeert u tweemaal (nl. ook aan de curator) te moeten betalen.
Wanneer de gefailleerde aannemer een vennootschap is, kunnen de bestuurders onder bepaalde voorwaarden persoonlijk aangesproken worden, hetgeen slechts zin heeft als er bij hen privé iets te rapen valt. - Als u met de aannemer gecontracteerd hebt op basis van de zgn. wet Breyne (o.m.: het concept “sleutel op de deur”) heeft de aannemer in principe een borg moeten vastleggen, t.b.v. 5% van de totale aannemingssom: dit bedrag komt u wel toe, op voorwaarde dat u over een aanvaarde vordering opzichtens de aannemer beschikt, en uiteraard maar ten bedrage van die vordering.
- U weet dat een aannemer gedurende 10 jaar aansprakelijk blijft, na oplevering van het gebouw, voor verborgen gebreken: in geval van faillissement heeft u hier meestal niet veel aan, precies omdat er financieel niets meer te rapen valt.
- Als u toevallig de onderaannemer zou zijn , die voor rekening van de bouwheer, maar in opdracht van de failliete hoofdaannemer, aan de bouw werkte, en niet volledig zou betaald zijn door de gefailleerde: voor het vonnis van faillissement kunt u van de bouwheer rechtstreeks betaling vorderen van het openstaand saldo (als die dat nog niet aan de hoofdaannemer voldeed), éénmaal het faillissement uitgesproken kunt u die vordering niet meer indienen bij de rechtbank
- Zijn de verwerkte en/of los op de werf aanwezige bouwmaterialen ( in de hypothese dat ze door de aannemer zijn geleverd) in geval van faillissement automatisch uw eigendom, m.n. op basis van de verwerking in het gebouw en/of aanwezigheid op uw grond? Neen, uit de met de curator en architect op te stellen afrekening moet blijken wat betaald is , en wat niet.
- Conclusie:
Een algemene, voor ieder geldende, conclusie is er niet , maar de hypothese van een failliete aannemer is niet al te rooskleurig voor u als bouwheer…
Tips voor kandidaat bouwers: zorg dat uw overeenkomst met de aannemer voorziet dat de door u te betalen schijven het reeds uitgevoerde werk dekken, en m.n. geen (of zo weinig mogelijk) voorschotten op nog uit te voeren werken vertegenwoordigen. Laat ook de financiële waarde van uw aannemer controleren.
Voor degenen die vallen onder toepassing van voor voornoemde wet Breyne (zgn. totaalprojecten, zonder afzonderlijke opdrachten voor delen van de bouw) is het aan te raden te controleren of de aannemer ook effectief de waarborg heeft gestort.