Collectieve schuldenregeling
Vanaf 1 januari 1999 is er opnieuw hoop voor personen, niet-handelaars, met een grote schuldenlast want op die datum is de 'Wet op de Collectieve Schuldenregeling' in werking getreden.
De bedoeling van deze Wet is de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen, zodat hij in de mate van het mogelijke zijn schulden kan afbetaIen en hij tegelijkertijd toch nog op een menselijke manier kan leven.
Toelaatbaarheidsvoorwaarden zijn :
-je bent een 'natuurlijk persoon' (geen rechtspersoon b.v. NV , BVBA, ...)
-je hebt je woonplaats in Belgie
-je bent geen 'koopman' (indien je handelaar bent geweest kom je pas in aanmerking 6 maanden na stopzetting van je handelsactiviteit of na het sluiten van het faillissement indien je failliet bent verklaard)
-je bent niet in staat om op duurzame wijze je opeisbare of nog te vervallen schulden te betaIen (dus geen tijdelijke onmogelijkheid)
-je hebt je schulden niet "opzettelijk" veroorzaakt en bent dus "te goeder trouw".
De vraag tot collectieve schuldenregeling wordt gericht aan de Beslagrechter van de woonplaats van de schuldenaar.
Om te kunnen oordelen of je al dan niet in aanmerking komt voor deze procedure, zaI de Beslagrechter een groot aantal gegevens van je vragen, zoals persoonlijke gegevens, een overzicht van je inkomsten en uitgaven, een lijst met de verschillende schuldeisers, ...
De hulp van een advocaat hierbij is niet verplicht maar alleszins aangewezen. In principe beslist de Beslagrechter binnen de 8 dagen of je al dan niet in aanmerking komt. Als je in aanmerking komt, stelt de Beslagrechter een schuldbemiddelaar aan. Dit is meestal een advocaat.
De toelaatbaarheid heeft twee belangrijke positieve gevolgen :
1. alle beslagleggingen worden tegengehouden (dus deurwaarders kunnen niet meer onverwacht komen aankloppen)
2. de intresten lopen niet hoger op.
De schuldbemiddelaar staat centraal in deze procedure : hij zal proberen een minnelijk aanzuiveringsvoorstel voor je schulden uit te werken. Dit voorstel moet wel door alle schuldeisers worden goedgekeurd.
In de praktijk zal de schuldbemiddelaar in dit minnelijk voorstel dikwijls proberen om de gerechtskosten en de intresten te laten vallen maar dit is niet verplicht.
Mislukt deze minnelijke aanzuiveringsregeling, dan kom je bij de beslagrechter terecht (gerechtelijke fase).
Hij zal een regeling voor de schulden opleggen, waarbij zelfs in sommige gevallen bepaade schulden kunnen worden kwijtgescholden.
ln dat geva1 moeten nochtans eerst alle goederen die normaa1 in beslag kunnen worden genomen, worden verkocht.
Sommige schulden kunnen echter nooit worden kwijtgescholden (b. v. sommige onderhoudsgelden).
Tenslotte moet worden vermeld dat de schuldenaar zijn afspraken stipt moet naleven, zoniet verva1t de hele regeling.
Dankzij deze procedure krijgen gezinnen met zware schulden effectief een nieuwe kans.